In gesprek met de boer van Herenboerderij Wenumseveld, Mas van de Pol
Binnenkort gaat Herenboeren Twente intensiever op zoek naar boeren (m/v) voor onze vijf Twentse Herenboerderijen in oprichting. Hoe is het om boer te zijn op een Herenboerderij? Kartrekkers José en Wim in gesprek met Mas van de Pol. Mas is boer op HB Wenumnseveld in Wenum Wiesel bij Apeldoorn. Dat doet hij samen met Fabian Kemps Verhage. Beiden opgeleid in de biologisch dynamische landbouw aan de Warmonderhof in Dronten in alle aspecten van het gemengd bedrijf. Mas specialiseerde zich vervolgens in de fijne groenteteelt.
Hoe ben je ertoe gekomen om boer te worden op een Herenboerderij?
“Ik deed mijn afstudeerwerkstuk bij HB Groote Modderkolk. Ik schreef er een bedrijfs- en teeltplan. Na mijn afstuderen ging ik werken voor een tuinbouwbedrijf, maar toen er een vacature kwam op een Herenboerderij, heb ik de overstap gemaakt. Aanvankelijk bij HB Hof van Rhee in Assen én bij HB Wenumseveld en sinds 2022 alleen bij HB Wenumseveld. De Herenboerenbeweging wil helpen om de transitie te maken naar een ander soort landbouw: natuurgedreven, duurzaam, circulair. Dat spreekt mij aan.”
Wat betekent het om Herenboeren-boer te zijn? Wat is voor jou de essentie?
“Het is prachtig en leuk om op een Herenboerderij te werken. Je werkt samen met een community aan transitie/verandering in de landbouw. Een groot verschil met het reguliere landbouwbedrijf is dat je niet je eigen bedrijf hebt. Je bent in loondienst. Tegelijkertijd word je wel aangesproken als bedrijfsleider.
Een ander verschil: collega’s in het reguliere landbouwbedrijf kunnen meer hun eigen keuzes maken. Maar ze dragen ook meer risico en hebben vaak een enorm startkapitaal nodig. Op een Herenboerderij brengen de leden het startkapitaal bijeen en dragen de leden gezamenlijk het risico. Het vinden van grond kan voor jonge boeren die niet een bedrijf van ouders overnemen een enorme uitdaging zijn, maar dat is het voor een Herenboerderij vaak ook.
Het reguliere boerenbedrijf kan eenzaam zijn. Je werkt er grotendeels alleen en treft vooral leveranciers op je erf. Als Herenboeren-boer werk je op een erf met veel sociale beweging. Je bent onderdeel van en werkt met en aan een community. Daar moet je van houden. Het is wel zaak daarin een goede middenweg te vinden, anders kan de sociale interactie ook teveel tijd kosten.
De essentie van een Herenboerderij is dat je werkt aan een vernieuwende vorm van landbouw. Innovatief zijn, gezamenlijk op zoek naar een duurzame vorm van landbouw. De coöperatieve vorm van de Herenboerderij geeft daarvoor mogelijkheden. Er hijgt geen bank in je nek, er is geen druk om winst te maken. Dat geeft vrijheid, ruimte om te experimenteren en op zoektocht te gaan. Mooi is ook dat je als boer niet alleen bent. Met de andere Herenboeren-boeren vorm je een community en tref je elkaar regelmatig. Je kunt vlot met elkaar communiceren via Whatsapp en krijgt meteen antwoorden die ertoe doen. Je bent deel van een heel ondersteunend team.”
Run jij de Herenboerderij alleen of is er een medeboer? Hoe verdelen jullie de taken?
“Op een Herenboerderij werk je (bijna) altijd met een collega-boer. Ik doe dat 3,5 dag per week. Zo houd ik ruimte voor onder andere mijn gezin. Fabian werkt 4,5 dag per week en is de bedrijfsleider. Hij houdt het overzicht en onderhoudt de contacten met het bestuur. Maar samen runnen we de boerderij en zijn we een hecht team. We vullen elkaar goed aan in alle aspecten die van belang zijn op een Herenboerderij, en dat is dus niet alleen de landbouw, maar ook de omgang met vrijwilligers en bestuur, een stukje community vorming. Op een Herenboerderij gaat grofweg 80% van de tijd naar de fijne groenteteelt en 20 % naar veeteelt. We zijn allebei heel allround, waarbij ieder zich wat meer richt op de dingen waarvan hij meer verstand heeft. Daarnaast krijgen wij uiteraard volop hulp van de leden.”
Fijne groenteteelt, wat is dat?
“In de tuinbouw spreken we van fijne en grove groenteteelt. Fijne groenteteelt kenmerkt zich door teelt van veel verschillende soorten groenten, in kleine volumes, met vaak directe levering aan de consument. De grove groenteteelt kenmerkt zich door grote percelen (bv 80 ha en meer) met veel dezelfde gewassen, levering aan groothandel of wereldmarkt. Grootschaliger en met minder diversiteit dus.
Een Herenboerderij is bij uitstek een voorbeeld van fijne groenteteelt.”
Wie bepaalt wat er geteeld wordt op een Herenboerderij?
“Dat is uiteindelijk de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de coöperatie. Maar veelal volgen de leden het onderbouwde advies van de boer. Wij doen een voorzet voor het teeltplan met als uitgangspunt een zo groot mogelijke diversiteit. Dit leggen we naast de jaarlijkse ledenenquête (wat willen jullie eten?). Wat geteeld kan worden is mede afhankelijk van de grond, de beschikbare ruimte en hoe intensief de bewerking is. Zo wilden leden graag meer paprika. Maar de oppervlakte van de kas was beperkt. Ook betekende meer paprika – flink meer werk, en waren er dus meer vrijwilligers nodig. Dat heeft ertoe geleid dat we dit jaar van de paprikateelt afzagen. Het teeltplan wordt jaarlijks aangepast aan de wensen en mogelijkheden. Op hoofdlijnen blijft het plan gelijk, de details wijzigen.”
Hoe ga je om met bestuur en vrijwilligers, die vaak helemaal geen verstand hebben van het boerenbedrijf, hoe werkt dat in de praktijk, hoe stuur je dat aan?
“Fabian doet bij ons als bedrijfsleider het 2-wekelijkse overleg met het bestuur. Dat verloopt heel prettig en constructief. Zowel Fabian als ik onderhouden de contacten met de vrijwilligers. De leden zijn mede-eigenaar van de Herenboerderij. Een Herenboerderij is geen winkel waar je je voedsel koopt; het is een onderneming van 200 à 250 leden, die we samen zo goed mogelijk willen laten draaien. Dat komt met een gezamenlijke verantwoordelijkheid van boer én leden én bestuur. Wij proberen de leden ook te voeden in die verantwoordelijkheid. Zo kom je samen tot nieuwe ideeën, dat is vaak heel leuk. Daarmee ben je als boer ook een community-manager. Soms is dat ook wel een uitdaging. Daar moet je samen een modus in vinden.”
Leden van de Herenboerderij worden geacht af en toe een steentje bij te dragen. Op wat voor hulp kan jij als boer rekenen? En hoe organiseer je dat?
“De coöperatie kent inderdaad veel betrokken leden die op allerlei manieren meehelpen, op het land, maar ook qua organisatie. Dat is nodig en leuk, en soms niet genoeg. De verantwoordelijkheid van de boer ligt primair bij het runnen van de boerderij, geholpen door vrijwilligersgroepen die wij ook aansturen, zoals de dierengroep, de tuinbouwgroep (planten, wieden, oogsten), de fruitteeltgroep, de werkgroep uitgifte, de terrein/klussengroep. We stimuleren de groepen tot een zo groot mogelijke zelfstandigheid en dragen ook kennis over. Dat werkt voor iedereen het prettigst. Er is vaak een vast ritme; dinsdagochtend bijvoorbeeld is het vaste tijdstip van het kas-team. Wij hebben dan vrij direct contact met de vrijwilligers over wat er moet gebeuren en hoe.
De uitdaging in een gemengd bedrijf met zóveel producten, is om in alles een optimum te bereiken. Maar het is moeilijk om in 50 producten specialist te zijn. We moeten vaak genoegen nemen met ‘de grootste gemene deler’. Zonder vrijwilligers is minder diversiteit in de producten mogelijk. Een ALV kan ervoor kiezen meer betaalde krachten in te zetten, maar dat maakt de wekelijkse boodschappentas dan wel (veel) duurder. En juist die betrokkenheid van de leden typeert de Herenboerderij.
Er zijn nog meer vrijwilligersgroepen op de Herenboerderij, maar die worden niet door de boer aangestuurd. Zo is er een biodiversiteitsgroep; die doet onder meer maandelijks vogeltellingen, flora- en fauna-onderzoek, onderzoek naar insecten en watergebruik. Er is een werkgroep evenementen, de kidsclub, werkgroep rondleidingen, en meer.
De actieve bijdragen van leden in de werkgroepen is nodig en vergroot ook het gevoel van eigenaarschap bij de leden. Het versterkt het community-gevoel.”
Het duurt natuurlijk even voor een boerderij ‘op stoom’ is. Een fruitboomgaard produceert de eerste jaren nog nauwelijks fruit. En de aangekochte jonge koeien en varkens zullen eerst moeten groeien.
“Verwachtingsmanagement is heel belangrijk. Het oprichten van een Herenboerderij is een gezamenlijke reis, waarin je samen de keuzes maakt, aan de touwtjes trekt, maar ook de risico’s deelt. Dat vraagt om flexibiliteit van de leden én van de boeren. Zoals gezegd, de Herenboerderij is geen supermarkt waar je wekelijks betaalt voor wat je in je mandje gooit. Het is een gezamenlijke onderneming, met als doel duurzaam betaalbaar regionaal voedsel te verbouwen. Het eerste jaar is het mandje nog niet persé wekelijks vol. Het bedrijf heeft tijd nodig om tot wasdom te komen. Het is wellicht beter om langzaam toe te werken naar een volle productie, i.p.v. in één keer alles tegelijk te starten. Die keuze is aan de ALV, samen met de boeren en bestuur. Cruciaal daarbij is de communicatie.”
Herenboeren gaan voor natuurgedreven, biologisch+. Kan je dat toelichten?
“Vooral het stréven naar natuurgedreven, biologisch+, circulair is belangrijk, de natuur meer integraal onderdeel laten zijn van de boerderij en van de productie. De term natuurgedreven gebruiken we, omdat er geen biologische certificering is; een Herenboerderij produceert namelijk voor eigen leden en niet voor de markt. Een Herenboerderij hoeft ook niet per definitie in alle opzichten biologisch te zijn. Een voorbeeld: fosfaat onttrekken uit rioolslib, daarmee mag een Herenboerderij experimenteren. Een gecertificeerde biologische boerderij mag dat niet. Onze wens om maximaal circulair te zijn, maakt dat we zoveel mogelijk reststromen en zoveel mogelijk duurzame aspecten mee willen nemen. Dat past niet altijd in de regels van biologische certificering. Niet certificeren geeft ons dus ook bepaalde ruimte om te experimenteren.”
Is het wel te doen, 500 monden voeden met een perceel van 15 tot 20 hectaren, zonder pesticiden of herbiciden, zonder kunstmest?
“Alle monden voeden lukt altijd, maar de vraag is vooral waarmee, en hoe. Wil je bijvoorbeeld geen krachtvoer kopen voor het vee, maar alles zelf telen? Dat zou om extra hectares vragen. HB Wenumseveld heeft 15 hectaren grond i.p.v. de gebruikelijk 20 ha, en zit daarmee aan de onderkant van wat nodig is aan oppervlakte voor een volledige circulaire productie. Hoeveel dieren je dan kunt houden? Dat is een ingewikkeld verhaal waarin veel elementen een rol spelen. Zo leveren kippen naar verhouding meer vlees voor hetzelfde voer. Zo komen we op het vraagstuk van veganistisch boeren. Kan een Herenboerderij ook zónder vee? Een boerderij zonder vee zou met heel veel minder hectaren uit kunnen. Echter, vleesproductie via extensieve begrazing hoort bij het concept van de Herenboerderij. De mest wordt gebruikt voor de tuinbouw, maar het vee is ook belangrijk voor de beleving. Tuinbouw zónder dierlijke mest is best mogelijk; je kunt namelijk werken met groenbemesters en maaimeststof. Veganistisch boeren past niet in het concept van Herenboeren Nederland, maar het aandeel vegetariërs op de Herenboerderijen groeit gestaag. Het gaat bij een Herenboerderij niet alleen om duurzaam, maar ook om verantwoord produceren.”
Wat vind jij het mooiste/leukste van Herenboeren-boer te zijn?
“Het allermooiste vind ik toch de kans die de Herenboerderij mij biedt om bij te dragen aan de ontwikkeling van een vernieuwd duurzaam landbouwsysteem. Zonder de druk om winst te maken en zonder een bank die mij dwingt tot bepaalde keuzes. Ik vind het plezierig om onderdeel te zijn van deze beweging. Het voelt goed mee invloed uit te kunnen oefenen. De uitdaging is om werkelijk duurzaam te zijn. Dat betekent bijvoorbeeld 90 % minder energie gebruiken, maar dat is momenteel bijna niet haalbaar. Het gaat er dus om er zo dicht mogelijk bij te komen, er naartoe te werken.”
Nog een laatste opmerking die jij belangrijk vindt om te delen?
“We leven in een tijd met grote problemen: klimaatverandering, watertekorten en soms overschotten, energieproblemen, afname aan biodiversiteit. Een tijd die vraagt om drastische keuzes. De Herenboerenbeweging kan daaraan een positieve bijdrage leveren. En als onderdeel van die beweging kan ik dat ook. Boer zijn op een Herenboerderij geeft mij het gevoel écht met iets heel zinvols bezig te zijn.”
—–
Heb je interesse om Herenboeren-boer te worden?
In Twente werken we aan de oprichting van een vijftal herenboerderijen. We zitten nog in de beginfase. Geïnteresseerden om lid te worden zijn er volop. Maar pachtcontracten hebben wij nog niet getekend. Onze verwachting is dat dit binnenkort gaat veranderen. Dus wil je in de nabije toekomst boer zijn op een Herenboerderij in Twente: houd de ontwikkelingen dan in de gaten. Herenboeren Nederland is verantwoordelijk voor de werving en selectie van boeren (m/v), in nauwe samenspraak met de lokale Herenboerderij. Jouw belangstelling kun je daar dus altijd kenbaar maken, ook voor een initieel oriënterend gesprek, en óók voor boerderijen buiten Twente trouwens. Zie https://www.herenboeren.nl/boerworden/. Bij Herenboeren Nederland is Mariska Pater de eerstverantwoordelijke voor die werving en selectie, te bereiken via mariska@herenboeren.nl.